Spoedcursus 101
10 modules
5 weken

Database

Klik om te kopiëren

Inleiding tot databases


We hebben JSON behandeld. Nu gaan we over naar het belangrijkste, naar databases. Gegevens kunnen daarin op verschillende manieren worden opgeslagen. Tegelijkertijd heeft het zich historisch zo ontwikkeld dat het relationele databasemodel de grootste verspreiding heeft gekregen.

Bij gebruik van het relationele model worden gegevens opgeslagen in de vorm van tabellen, met een specifieke set gegevens, waarvan de structuur rigide wordt gespecificeerd in de ontwerpfase van de database. De beschrijving van een gegevensstructuur in relationele databases wordt een schema genoemd. Het definieert de samenstelling van de tabellen, de structuur van de velden in deze tabellen en de relaties tussen deze tabellen.

SQL

Het DBMS (DataBase Management System) gebruikt de SQL-taal om gegevens met een relationeel model te beheren.

SQL - Structured Query Language. Dit is een declaratieve taal, wat betekent dat de commando's ervan alleen de noodzakelijke actie beschrijven (gegevens vinden, verwijderen, wijzigen), en elk DBMS bepaalt zelf hoe die wordt uitgevoerd.

Er zijn veel verschillende relationele DBMS'en. De meest voorkomende zijn Oracle, MySQL, MS SQL, PostgreSQL. AppMaster gebruikt trouwens PostgreSQL, wat betekent dat het een modern geavanceerd DBMS gebruikt dat in een groot aantal verschillende organisaties werkt en bovendien vrije software is (dat wil zeggen, u hoeft geen extra geld te betalen voor het gebruik ervan).

Is het u opgevallen dat in bijna elke DBMS-naam de afkorting SQL voorkomt? Eigenlijk is een alternatieve naam voor een relationele database een SQL-database.

NoSQL

Er is echter een alternatieve aanpak. Niet-relationele databases, of NoSQL. Opmerkelijk is dat No in dit geval geen ontkenning van "nee" is, maar een afkorting voor Not only. Dat wil zeggen, "Niet alleen SQL".

Niet-relationele DBMS'en gebruiken geen gemeenschappelijk queryformaat (zoals SQL), maar implementeren elk hun eigen manier om met gegevens te werken.

Zij vereisen geen uniek gedefinieerde gegevensopslagstructuur. De gegevens zelf worden er niet opgeslagen in de vorm van strikte tabellen, maar in de vorm van objecten met een willekeurige reeks attributen (zoals JSON). Dit kan relevant zijn bij het werken met gegevens waarvan de structuur vaak wordt gewijzigd.

Tegelijkertijd zijn NoSQL-oplossingen door hun vrije structuur gemakkelijker schaalbaar als u een database moet maken die over meerdere servers wordt gedistribueerd.

Voorbeelden van NoSQL DBMS zijn MongoDB en Redis.

Was this article helpful?
Nog op zoek naar een antwoord?
Word lid van de community