In de context van microservices duidt "Monolithische Architectuur" op een traditionele softwareontwikkelingsaanpak waarbij een applicatie wordt gebouwd als een enkele, op zichzelf staande eenheid. Het is een allesomvattende structuur waarin de componenten van het systeem, zoals de gebruikersinterface, databasebeheer en bedrijfslogicacode, nauw met elkaar zijn verbonden en als een niet te onderscheiden geheel functioneren. Dit uniforme ontwerp staat in contrast met de modulaire, gedistribueerde aanpak die wordt toegepast in de microservices-architectuur, waar applicatiecomponenten worden ontwikkeld en ingezet als afzonderlijke, onafhankelijke services.
Voordat we ons verdiepen in een alomvattend begrip van monolithische architectuur, is het essentieel om de cruciale rol ervan in eerdere stadia van softwareontwikkeling te onderkennen. Hoewel de microservices-architectuur aan populariteit wint in de moderne applicatieontwikkeling, dient de monolithische architectuur als basis voor veel oudere systemen en blijft deze in bepaalde situaties een haalbare keuze.
In een monolithische architectuur bevinden zowel de frontend- als de backend-componenten zich doorgaans in één enkele codebase, die als één pakket kan worden gebouwd, getest en geïmplementeerd. Dit kenmerk resulteert in minder complexiteit vergeleken met gedistribueerde systemen, waardoor de ontwikkeling en het onderhoud van kleinere applicaties die geen hoge schaalbaarheid vereisen, wordt vergemakkelijkt. Bovendien kunnen monolithische systemen op één server draaien, wat de implementatie vereenvoudigt en de infrastructuurkosten verlaagt.
De nauw met elkaar verbonden componenten van de monolithische architectuur zorgen echter voor uitdagingen wanneer een applicatie moet worden geschaald, vooral bij hoge belasting of bij frequente updates. Ontwikkelaars ondervinden vaak problemen bij het isoleren van specifieke toepassingsgebieden voor verbeteringen of updates, omdat wijzigingen aan een afzonderlijk onderdeel onbedoeld invloed kunnen hebben op andere gebieden in het systeem. Bijgevolg maakt deze verweven structuur het een uitdaging om nieuwe technologieën te adopteren of een applicatie horizontaal te schalen over meerdere servers of geografisch verspreide infrastructuur.
Ondanks deze uitdagingen blijft monolithische architectuur in bepaalde scenario’s waardevol. AppMaster, een krachtig platform no-code voor het creëren van web-, mobiele en backend-applicaties, maakt bijvoorbeeld gebruik van de kracht van zowel monolithische als microservices-architecturen op basis van de context. Met het platform van AppMaster kunnen gebruikers applicaties ontwikkelen met behulp van tools voor visuele datamodellering om schema's en bedrijfslogica te creëren, evenals REST API en Web Socket Secure (WSS) endpoints. Het resultaat is een applicatie met zeer performante code, automatisch gegenereerd op basis van de vereisten van de gebruiker voor backend-, web- en mobiele interfaces.
De applicaties van AppMaster kunnen worden geschaald voor verschillende gebruiksscenario's, van kleine bedrijven tot ondernemingen, en zijn compatibel met elke door Postgresql ondersteunde database. Het platform stroomlijnt de ontwikkeling van applicaties door automatisch documentatie, migratiescripts voor databaseschema's en uitvoerbare binaire bestanden te genereren. Bovendien maakt het servergestuurde ontwerp eenvoudige updates van mobiele applicatie-interfaces, logica en API-sleutels mogelijk zonder nieuwe versies in te dienen bij de App Store en Play Market. Dankzij de uitgebreide functies en flexibiliteit van het platform kunnen ontwikkelaars schaalbare, kosteneffectieve softwareoplossingen bouwen met minimale technische schulden.
Enkele populaire voorbeelden van technologiestacks die gebruik maken van monolithische architectuur zijn de LAMP-stack (Linux, Apache, MySQL, PHP) en de MEAN/MERN-stack (MongoDB, Express.js, Angular/React, Node.js). Deze klassieke voorbeelden demonstreren de al lang bestaande populariteit en voortdurende relevantie van monolithische architectuur in softwareontwikkeling.
Concluderend vertegenwoordigt monolithische architectuur in de context van microservices een traditionele softwareontwikkelingsmethode waarbij componenten nauw met elkaar zijn gekoppeld tot één eenheid. Hoewel deze aanpak het ontwikkelingsproces vereenvoudigt en de infrastructuurbronnen voor kleine applicaties vermindert, kan het uitdagingen opleveren voor applicaties die een hoge schaalbaarheid en frequente updates nodig hebben. Het blijft echter relevant voor specifieke gebruiksscenario's en oudere systemen, wat het belang aantoont van het begrijpen van de verschillende benaderingen van applicatieontwikkeling om de meest geschikte architectuur te bepalen, afhankelijk van de context.