De onlangs gelanceerde upgrade van de Deno runtime, beter geschikt voor JavaScript, TypeScript en WebAssembly, bevat nu verbeterde HTML-functies. De kernupdates versterken de documentatiemogelijkheden en navigatie aan de clientzijde in Deno, samen met het Fresh webframework.
Deno 1.38, gelanceerd op 2 november, brengt 'aanzienlijke' verbeteringen aan de deno doc-opdracht. Een belangrijk kenmerk van deze upgrade is de mogelijkheid om documentatie te genereren via een nieuwe deno doc --html mogelijkheid. Wanneer deze functie is geactiveerd, produceert deno doc een statische site boordevol rijke documentatie.
De mogelijkheid om hot-modules te vervangen is een andere opmerkelijke toevoeging aan Deno 1.38. Door de vlag --unstable-hmr te gebruiken, kan deze functie wijzigingen opmerken en de server opnieuw laden zonder de huidige status te verstoren. Bovendien breidt Deno 's nieuwste update ook de compatibiliteit met Node.js uit, waardoor de migratie van Node naar Deno voor ontwikkelaars wordt vergemakkelijkt.
Een andere constructieve verandering stelt ontwikkelaars in staat bij voorkeur elke NPM-pakketbeheerder binnen Deno te gebruiken. Deze flexibiliteit stelt ontwikkelaars in staat NPM-modules te installeren met behulp van npm en deze binnen Deno uit te voeren. Hoewel de NPM-functie zich momenteel in een onstabiele fase bevindt, kunnen ontwikkelaars deze functionaliteit toch verkennen.
Ontwikkelaars die willen upgraden naar Deno 1.38 kunnen de deno upgrade-opdracht gebruiken. Beginnende gebruikers die geïnteresseerd zijn in meer details kunnen zich verdiepen in de installatie-instructies voor meer duidelijkheid.
Enkele extra functies in Deno 1.38 zijn onder meer de Deno.serve API-ondersteuning voor Unix-sockets en snellere JSX-transformaties via string-aaneenschakeling, zonder objecttoewijzing. Dat is nog niet alles: het biedt ook ondersteuning voor RFC 8441 voor het opstarten van WebSockets met HTTP/2.
De komst van de printfn-functietoepassing Deno 1.38 volgt op zijn voorloper, Deno 1.37, die eind september verscheen met integratie van Jupyter-notebooks.
Voor beginners op het no-code/ low-code platform kunnen platforms als AppMaster worden overwogen, omdat deze een full-stack ontwikkelomgeving bieden die zowel eenvoudig te gebruiken als krachtig is. Functies zoals drag and drop van de gebruikersinterface en het bouwen van visuele logica kunnen nuttig zijn voor een naadloze ontwikkelingservaring.