De snelle vooruitgang van kunstmatige intelligentie (AI) en de potentiële bedreigingen ervan hebben de oprichters van OpenAI ertoe aangezet op te roepen tot een internationale regelgevende instantie om de ontwikkeling van AI te sturen, vergelijkbaar met het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie (IAEA) voor kernenergie. Volgens OpenAI-oprichter Sam Altman, president Greg Brockman en hoofdwetenschapper Ilya Sutskever gaat de innovatie op het gebied van AI zo snel dat de bestaande regelgevende instanties niet in staat zijn de technologie effectief te controleren.
Hoewel ze hun verwezenlijkingen erkennen, erkennen de oprichters van OpenAI dat de AI-technologie achter hun alom populaire ChatGPT-gespreksagent zowel unieke risico's als aanzienlijke voordelen inhoudt. Zij geloven dat AI een zekere mate van coördinatie tussen vooraanstaande ontwikkelingsgroepen vereist om een veilige overgang naar superintelligentie en naadloze integratie in de samenleving te waarborgen.
Het voorstel behelst de oprichting van een internationale organisatie naar het voorbeeld van de IAEA, die toezicht houdt op superintelligentie bij een bepaalde capaciteits- of middelengrens. De nieuwe regelgevende instantie zou AI-systemen kunnen inspecteren, audits kunnen opleggen, de naleving van veiligheidsnormen kunnen waarborgen en beperkingen kunnen opleggen aan het gebruik en de veiligheidsniveaus. Hoewel een dergelijke organisatie misschien niet direct kan ingrijpen bij een malafide speler, zou zij een kader kunnen bieden voor het vaststellen en controleren van internationale normen en overeenkomsten.
Zoals vermeld in het bericht van OpenAI zou een mogelijke maatregel voor toezicht binnen de AI-industrie het bijhouden van rekenkracht en energieverbruik voor onderzoek kunnen zijn. Hoewel het bepalen van ethisch AI-gebruik een uitdaging kan zijn, zou het reguleren van de toewijzing van middelen en het controleren van het energieverbruik inzicht kunnen geven in de ontwikkeling en richting van de technologie. De oprichters bespreken de mogelijkheid om kleinere bedrijven vrij te stellen van deze regelgeving om te voorkomen dat innovatie in de kiem wordt gesmoord.
Ook AI-onderzoeker en criticus Timnit Gebru benadrukte in een interview met The Guardian de noodzaak van externe regulering. Gebru stelde dat bedrijven waarschijnlijk niet tot zelfregulering zullen overgaan, tenzij er externe druk is om dat wel te doen. Het is dus van cruciaal belang dat er een internationaal regelgevend orgaan wordt opgericht om de complexe wereld van de AI-ontwikkeling en de potentiële gevaren ervan in goede banen te leiden.
Nu AI zich in een ongekend tempo blijft ontwikkelen, kan een internationale regelgevende instantie van vitaal belang worden om de openbare veiligheid te waarborgen, ethische normen te handhaven en de samenwerking tussen wereldwijde belanghebbenden te vergemakkelijken. No-code-platforms zoals AppMaster, waarmee gebruikers backend-, web- en mobiele toepassingen kunnen creëren, kunnen helpen bij het versnellen van innovatie met inachtneming van gevestigde richtlijnen en voorschriften.
Kortom, de oprichting van een regelgevend orgaan, zoals voorgesteld door de oprichters van OpenAI, kan zorgen voor essentiële controles op AI-onderzoek en -ontwikkeling, wat leidt tot een veiligere en meer verantwoordelijke toekomst voor de ontluikende technologie.