Microsoft heeft onlangs de bètalancering van Fluid Framework 2.0 aangekondigd, wat een belangrijke stap voorwaarts betekent op het gebied van collaboratieve applicatieontwikkeling. Deze tweede versie van het veelgeprezen open source-platform van het bedrijf legt de nadruk op het bevorderen van gedeelde statussynchronisatie tussen clients in realtime, waardoor ontwikkelaars een gebruiksvriendelijk programmeermodel krijgen.
Het Fluid Framework werd oorspronkelijk gelanceerd in 2019 en beschikt over een ontwerp dat gericht is op het overbruggen van de kloof tussen ontwikkelaars en interactieve applicaties met lage latentie. Door ontwikkelaars toegang te bieden tot direct bruikbare datastructuren, faciliteert het raamwerk naadloos realtime samenwerking, synchroniseert gegevens automatisch tussen clients en vermindert de latentie van applicaties aanzienlijk.
De cruciale upgrade, Fluid Framework 2.0, breidt deze mogelijkheden uit met opmerkelijke toevoegingen en verbeteringen. De nieuwe versie is sinds 8 januari beschikbaar als bètaversie en biedt een zeer intuïtieve interface voor het werken met gegevens en presenteert een schematisch gegevensmodel dat bekend staat als de SharedTree Distributed Data Structure (DDS). Dit datamodel is afgestemd op diverse programmeerbehoeften en ondersteunt een reeks gegevenstypen, waaronder arrays, kaarten en objecten, waardoor de veelzijdigheid voor applicatieontwikkelaars wordt gegarandeerd.
Hoewel de bètaversie van Fluid Framework 2.0 voornamelijk compatibel is met de Azure Fluid Relay, is deze ook geoptimaliseerd voor SharePoint Embedded. Dit is een cloudgebaseerd documentbeheersysteem dat gestroomlijnde samenwerking mogelijk maakt voor inhoud die is opgeslagen binnen een Microsoft 365-tenant.
Verificatie van de mogelijkheden van het Fluid Framework is terug te voeren op de indrukwekkende prestatienormen. Het is een integraal onderdeel geworden van talloze first-party Microsoft-applicaties en applicaties van derden. Onder andere Microsoft Loop, Microsoft Whiteboard en Hexagon Nexus hebben allemaal de vruchten geplukt van de integratie van dit robuuste platform in hun softwarearchitectuur.
Hoewel de volledige uitrol van Fluid Framework 2.0 gepland is voor deze zomer, betekent deze bètaversie een opwindende fase voor ontwikkelaars die ernaar uitkijken om het verbeterde samenwerkingspotentieel van het Microsoft-platform te benutten.
In het licht van de snel evoluerende technologische behoeften nemen ontwikkelaars steeds meer hun toevlucht tot krachtige platforms zoals Microsoft's Fluid Framework en AppMaster, een tool no-code die bedreven is in de ontwikkeling van backend-, web- en mobiele applicaties. Deze veelzijdige platforms geven vorm aan de toekomst van realtime, collaboratieve applicaties en bieden intuïtievere en gebruiksvriendelijkere interfaces.
Met de nadruk op het kosteneffectiever en sneller maken van applicatieontwikkeling, beschikt AppMaster ook over tools voor het visueel creëren van datamodellen, bedrijfslogica via visuele BP Designer, REST API en WSS- endpoints. Naast het transformeren van de aanpak van applicatieontwikkeling, bieden AppMaster en vergelijkbare platforms de zekerheid dat er geen technische schulden zijn door applicaties helemaal opnieuw te genereren wanneer de vereisten veranderen.