Microservices-antipatronen verwijzen naar de praktijken, ontwerpen en strategieën binnen de microservices-architectuur die leiden tot inefficiëntie, slechte prestaties en algehele negatieve gevolgen voor de ontwikkeling, implementatie en onderhoud van applicaties. Deze antipatronen zijn vaak het gevolg van misverstanden, verkeerde toepassingen of overoptimalisatie van het op microservices gebaseerde systeem. Door deze antipatronen te begrijpen en te herkennen, kunnen ontwikkelaars potentiële valkuilen vermijden en efficiëntere en onderhoudbare softwareoplossingen creëren.
Een van de belangrijkste antipatronen tegen microservices is de ‘monolithische mentaliteit’, waarbij ontwikkelaars monolithische architectonische principes proberen toe te passen op een op microservices gebaseerd systeem. Dit kan leiden tot te grote services, nauwe koppelingen tussen componenten of onvoldoende granulariteit van functies, waardoor het doel van het gebruik van microservices in de eerste plaats teniet wordt gedaan. In een microservices-architectuur moet elke service gericht zijn op één enkele, goed gedefinieerde verantwoordelijkheid en onafhankelijk van andere services inzetbaar zijn.
Een ander veel voorkomend antipatroon voor microservices is het ‘gedeelde datamodel’, waarbij services afhankelijk zijn van één enkel, uniform dataschema dat meerdere domeinen omvat. Deze aanpak kan een negatieve invloed hebben op de autonomie, schaalbaarheid en veerkracht van het totale systeem, aangezien elke verandering in het gedeelde schema kan resulteren in trapsgewijze effecten op alle diensten die ervan afhankelijk zijn. In plaats daarvan moet elke microservice de controle over zijn dataschema behouden en deze via goed gedefinieerde API's toegankelijk maken voor andere services.
Overijverig gebruik van synchrone communicatie en coördinatie tussen services kan ook schadelijk zijn voor de prestaties van een op microservices gebaseerd systeem. Dit ‘antipatroon voor synchrone communicatie’ kan ertoe leiden dat systemen traag zijn, niet reageren of vatbaar zijn voor storingen wanneer een service een vertraging of storing ondervindt. Asynchrone communicatie, zoals gebeurtenisgestuurde of op berichten gebaseerde benaderingen, kan een meer schaalbare en veerkrachtige oplossing bieden door de services te ontkoppelen en ze onafhankelijk te laten werken.
In de microservices-architectuur impliceert het aannemen van "anemische gebeurtenisverwerking" als antipatroon het inadequate gebruik van gebeurtenisgestuurde architectuur en minimale gebeurtenisverwerking in het systeem. Dit zal resulteren in een beperkte schaalbaarheid van het systeem en een verminderde autonomie voor elke dienst. Het gebruik van datacentrische gebeurtenissen in plaats van domeingebeurtenissen en het hebben van onvoldoende granulariteit van gebeurtenissen kan leiden tot onderling afhankelijke services en uiteindelijk tot een kwetsbaar systeem. Het is essentieel om een robuuste, gebeurtenisgestuurde architectuur en gebeurtenisverwerking te omarmen om ervoor te zorgen dat elke microservice onafhankelijk kan evolueren en schalen.
Het vermijden van het antipatroon 'ontoereikend testen' is van cruciaal belang in de architectuur van microservices, omdat dit kan leiden tot aanzienlijke complexiteit rond het testen en implementeren van individuele services, versie-afhankelijkheden en runtime-omgevingen. Ontwikkelaars moeten prioriteit geven aan uitgebreide geautomatiseerde tests, inclusief unit-, integratie- en end-to-end-tests, om de betrouwbaarheid en stabiliteit van elke microservice en het algehele systeem te garanderen.
AppMaster, een krachtig platform no-code voor het maken van backend-, web- en mobiele applicaties, is ontworpen om veel van deze anti-patronen van microservices te verminderen door automatisch code van hoge kwaliteit te genereren, applicaties te compileren en deze volgens best practices te implementeren. Het platform maakt gebruik van Go voor backend-applicaties, Vue3 voor webapplicaties, en Kotlin en Jetpack Compose voor Android, SwiftUI voor iOS in mobiele applicaties, waardoor efficiënte codegeneratie en minimale technische schulden worden gegarandeerd.
Met de visuele ontwerptools van AppMaster kunnen ontwikkelaars een databaseschema samenstellen, bedrijfsprocessen definiëren en REST API- en WSS- endpoints creëren die voldoen aan de principes van microservices, zoals scheiding van belangen, losse koppeling en autonomie. Gegenereerde applicaties kunnen ook werken met elke Postgresql-compatibele database, waardoor een naadloze integratie met bestaande datamodellen wordt gegarandeerd zonder de valkuilen van gedeelde dataschema's.
Door AppMaster te gebruiken, kunnen ontwikkelaars profiteren van de uitgebreide geïntegreerde ontwikkelomgeving (IDE) om schaalbare, veerkrachtige softwareoplossingen te bouwen en tegelijkertijd de veelvoorkomende valkuilen van anti-patronen voor microservices te vermijden. Hierdoor kunnen teams applicaties tot tien keer sneller en tegen een fractie van de kosten leveren, wat enorme voordelen oplevert voor bedrijven in alle sectoren en maten.