In de context van microservices-architectuur verwijst de term 'Microservices Saga' naar een gedistribueerd transactiepatroon dat het mogelijk maakt de gegevensconsistentie te behouden over meerdere, losjes gekoppelde services binnen een systeem. Het belangrijkste doel van het Saga-patroon is het aanpakken van de uitdagingen die voortvloeien uit het beheren van transacties in een op microservices gebaseerd systeem, waarbij individuele microservices verantwoordelijk zijn voor hun eigen gegevens en hun eigen databases hebben. De term 'Saga' komt uit de wereld van databasebeheersystemen, waar de term voor het eerst werd geïntroduceerd door Hector Garcia-Molina en Kenneth Salem in 1987 om te verwijzen naar een reeks bewerkingen die worden uitgevoerd binnen een langlopende transactie.
Microservices-architectuur is in populariteit gegroeid dankzij het vermogen om de flexibiliteit, schaalbaarheid en veerkracht bij softwareontwikkeling te vergroten. Zoals bij elke softwarearchitectuurbenadering zijn er echter afwegingen. Een opmerkelijke uitdaging in de architectuur van microservices is het handhaven van dataconsistentie tussen services, vooral wanneer een enkele bedrijfsoperatie meerdere microservices omvat. Dit probleem wordt nog verergerd door het feit dat elke microservice doorgaans eigenaar is van zijn respectievelijke dataopslag, wat resulteert in afzonderlijke transactiegrenzen voor elke service.
Om deze uitdaging aan te pakken, stelt het Microservices Saga-patroon een oplossing voor die een reeks lokale transacties combineert, waarbij elke transactie eigendom is van één enkele microservice. Deze transacties worden op asynchrone wijze gecoördineerd via berichten of gebeurtenissen, ter vervanging van traditionele gedistribueerde transacties die afhankelijk zijn van tweefasige commit-protocollen. In het Saga-patroon wordt elke lokale transactie gevolgd door een gebeurtenis die de volgende lokale transactie in de reeks activeert of de compenserende transactie activeert in geval van mislukking. Compenserende transacties zijn in wezen 'ongedaan maken'-bewerkingen die tot doel hebben de wijzigingen die door eerdere lokale transacties zijn aangebracht, ongedaan te maken, om de gegevensconsistentie tussen services te behouden wanneer zich een probleem voordoet.
Een Microservices Saga kan worden geïmplementeerd met behulp van twee hoofdpatronen: choreografie en orkestratie. In de choreografie is elke microservice verantwoordelijk voor het begrijpen op welke gebeurtenissen hij moet reageren en welke acties hij als reactie daarop moet uitvoeren. Wanneer een lokale transactie is voltooid, zendt de microservice een gebeurtenis uit, en andere microservices luisteren naar deze gebeurtenis en handelen dienovereenkomstig. Het belangrijkste voordeel van deze aanpak is dat deze decentrale controle bevordert en weinig tot geen centrale coördinatie vereist.
In het orkestratiepatroon is een centrale component, de orkestrator genaamd, verantwoordelijk voor het coördineren van de uitvoering van lokale transacties in de microservices-saga. De orkestrator ontvangt gebeurtenissen van individuele services en verzendt opdrachten naar services voor het uitvoeren van hun lokale transacties. Deze gecentraliseerde aanpak maakt een efficiënte afhandeling van uitzonderingen mogelijk en vergroot de zichtbaarheid in het algehele sagaproces. Het kan echter potentiële knelpunten met zich meebrengen en aanvullende infrastructuur- en onderhoudsinspanningen vergen.
Bij AppMaster, het krachtige no-code platform, is het implementeren van Microservices Saga-patronen eenvoudiger gemaakt door de visuele Business Processes (BP) Designer, waarmee backend-, mobiele en webapplicaties met volledig interactieve elementen kunnen worden gemaakt. Het platform genereert broncode, tests, migratiescripts en meer voor elk project, wat naadloos past in de microservices-architectuur, waardoor gegevensconsistentie en efficiënte uitvoering van gedistribueerde transacties worden gegarandeerd. Bovendien elimineert de aanpak van AppMaster technische schulden door applicaties bij elke wijziging opnieuw te genereren, waardoor zelfs individuele ontwikkelaars in staat worden gesteld om op efficiënte en effectieve wijze alomvattende softwareoplossingen te creëren.
Neem als voorbeeld een e-commerceplatform met afzonderlijke services voor voorraad, betaling en verzending. Wanneer een bestelling wordt geplaatst, wordt een Microservices Saga gestart, waarbij voorraad wordt gereserveerd via de voorraadservice, de klant via de betalingsservice in rekening wordt gebracht en een verzending wordt gegenereerd via de verzendservice. Als een van deze stappen mislukt, worden compenserende transacties uitgevoerd om eerder succesvolle bewerkingen ongedaan te maken, waardoor de gegevensconsistentie in het hele systeem wordt gewaarborgd. Door het Microservices Saga-patroon te implementeren, kan dit e-commerceplatform betrouwbaar transactiebeheer bieden binnen zijn microservices-architectuur, waardoor uiteindelijk de veerkracht en gestroomlijnde activiteiten worden bevorderd.
Kortom, de Microservices Saga is een gedistribueerd transactiepatroon dat de uitdagingen aanpakt van het handhaven van dataconsistentie in op microservices gebaseerde systemen. Het maakt het mogelijk een reeks lokale transacties over meerdere diensten te coördineren via asynchrone berichtenuitwisseling of gebeurtenissen, waardoor traditionele gedistribueerde transacties worden vervangen en een flexibelere, schaalbare en veerkrachtigere softwarearchitectuur wordt gegarandeerd. Het implementeren van Microservices Saga-patronen met het no-code -platform van AppMaster zorgt voor snellere, kosteneffectieve applicatieontwikkeling zonder de last van technische schulden, waardoor ontwikkelaars uitgebreide softwareoplossingen kunnen creëren die voldoen aan moderne softwarearchitectuurpraktijken.