In de context van databases is een cursor een besturingsstructuur die het mogelijk maakt om door de records in een database te bladeren. Het dient als een abstractie die de positie van een element beheert binnen de context van een bepaalde querybewerking, zoals een SQL SELECT-instructie, die toegang geeft tot één rij tegelijk uit de resultatenset.
De cursor fungeert in wezen als een aanwijzer of een iterator naar een specifieke locatie binnen een gegevensset, waardoor de toepassing door individuele records kan navigeren, waarden kan lezen en zelfs gegevens kan wijzigen naarmate het vordert. Dit maakt cursors bijzonder handig voor het afhandelen van query's die meerdere rijen retourneren, waarbij bewerkingen mogelijk opeenvolgend op elke rij moeten worden uitgevoerd.
Er zijn verschillende soorten cursors, inclusief maar niet beperkt tot:
- Alleen voorwaartse cursors: deze staan beweging alleen toe in voorwaartse richting binnen de resultatenset.
- Schuifbare cursors: deze maken navigatie in meerdere richtingen mogelijk (vooruit, achteruit, naar een specifieke positie) binnen de resultatenset.
- Statische cursors: ze maken een momentopname van de gegevens op een bepaald tijdstip en maken navigatie binnen die momentopname mogelijk.
- Dynamische cursors: deze weerspiegelen wijzigingen in de gegevens die door andere gebruikers of processen zijn aangebracht terwijl de cursor door de resultatenset beweegt.
- Ongevoelige cursors: ongevoelige cursors worden niet beïnvloed door wijzigingen die door andere gebruikers of processen in de gegevens worden aangebracht.
Cursors kunnen aan de client- of serverzijde worden geïmplementeerd, afhankelijk van het onderliggende databasesysteem en de specifieke eisen van de applicatie. Cursors aan de serverzijde zijn over het algemeen efficiënter in termen van netwerkgebruik, omdat ze de gegevens op de server bewaren en alleen de specifieke rij naar de client verzenden als dat nodig is. Aan de andere kant kunnen cursors aan de clientzijde de volledige resultatenset ophalen en opslaan op de client, waardoor mogelijk snellere lokale navigatie door de gegevens mogelijk is.
Hoewel cursors fijnmazige controle en flexibiliteit bieden, kunnen ze ook worden geassocieerd met een hogere complexiteit en potentiële prestatieproblemen. Als u een cursor voor een lange periode openhoudt, kan dit resources verbruiken en records vergrendelen, wat mogelijk gevolgen heeft voor andere gebruikers en processen. Daarom is effectief beheer van cursors, zoals het correct openen, ophalen, verwerken en sluiten, van cruciaal belang voor het handhaven van de efficiëntie en integriteit van databasebewerkingen.
Cursors worden veel gebruikt in verschillende databasesystemen, waaronder relationele databases zoals SQL Server, Oracle, PostgreSQL en meer, waar ze onmisbare hulpmiddelen zijn voor ontwikkelaars en databasebeheerders om achtereenvolgens te communiceren met grote gegevenssets en deze te manipuleren.