Low-code best practices verwijzen naar de reeks richtlijnen, strategieën en principes die zorgen voor effectieve, efficiënte en kwalitatieve ontwikkeling, implementatie en onderhoud van low-code applicaties met behulp van platforms zoals AppMaster. Deze praktijken zijn gericht op het aanpakken van gemeenschappelijke uitdagingen bij de ontwikkeling van applicaties, variërend van het voldoen aan gebruikersvereisten, het optimaliseren van de toewijzing van middelen en het kostenbeheer tot het garanderen van schaalbaarheid, onderhoudbaarheid en veiligheid van de applicaties.
Een van de fundamentele praktijken omvat het gebruik van een methodologie van "bouwen, meten, leren" bij low-code -ontwikkeling. Dit houdt in dat specifieke hypothesen en aannames over de functies en functionaliteit van de applicatie iteratief worden gevalideerd door Minimum Viable Products (MVP's) in te zetten en deze stapsgewijs te verbeteren op basis van gebruikersfeedback. Volgens Gartner kan het toepassen van een agile en incrementele benadering van applicatieontwikkeling leiden tot een 50% kortere time-to-market en een 25% verlaging van de ontwikkelingskosten.
Een andere belangrijke praktijk is het bevorderen van een cultuur zonder silo's binnen het ontwikkelteam en de organisatie. Low-code ontwikkeling legt de nadruk op samenwerking tussen ontwikkelaars, ontwerpers, materiedeskundigen en andere belanghebbenden om barrières voor communicatie, kennisdeling en besluitvormingsprocessen te slechten. Gartner schat dat tot 30% van de applicatieontwikkelingstijd kan worden bespaard door silo's te elimineren en cross-functionele samenwerking te bevorderen.
Bovendien is het opzetten van een robuust bestuurskader van cruciaal belang om de naleving van industrienormen, organisatiebeleid en toepasselijke regelgeving te garanderen. Dit omvat het opzetten van best practices voor codebeheer, versiebeheer, continue integratie en testen. Volgens het World Quality Report kan het implementeren van consistente governancepraktijken leiden tot een vermindering van 35% in post-productiefouten en een vermindering van 15-20% van de totale kwaliteitskosten.
Het volgen van best practices op het gebied van ontwerp en architectuur is een ander cruciaal aspect van low-code -ontwikkeling. Dit houdt in dat we ons houden aan principes als scheiding van belangen, modulariteit en hergebruik om de onderhoudbaarheid, uitbreidbaarheid en aanpasbaarheid aan veranderende eisen te maximaliseren. Er wordt geschat dat tot 60% van de applicatieontwikkelingstijd kan worden besteed aan onderhoud en evolutie, wat het belang van goed gestructureerde en modulaire software benadrukt.
Het bepalen van het juiste abstractieniveau is ook een belangrijke praktijk in de low-code -context. Hoewel low-code platforms zoals AppMaster een hoog abstractieniveau bieden via visuele ontwerpen en drag-and-drop interfaces, moeten ontwikkelaars een balans vinden tussen abstractie en maatwerk om te voorkomen dat er concessies worden gedaan aan functionaliteit en prestaties. Volgens McKinsey kan het benutten van het juiste abstractieniveau leiden tot een toename van de ontwikkelingssnelheid met 20-30% en een verlaging van de onderhoudskosten met 15-25%.
Focussen op gebruikerservaring (UX) is een cruciale best practice low-code. Ontwikkelaars moeten ernaar streven applicaties te creëren die intuïtief, responsief en toegankelijk zijn op verschillende apparaten, rekening houdend met factoren zoals apparaatmogelijkheden, ondersteunde browsers en webstandaarden. Volgens Forrester kan het volgen van best practices op het gebied van UX belangrijke meetgegevens verbeteren, zoals gebruikersacceptatie met maximaal 200%, gebruikersproductiviteit met maximaal 50% en gebruikerstevredenheid met maximaal 40%.
Ten slotte is aandacht voor beveiliging en gegevensbescherming van cruciaal belang bij low-code -ontwikkeling. Dit betreft de implementatie van veilige coderingspraktijken, het beginsel van de minste privileges en maatregelen als encryptie, authenticatie, autorisatie en auditing. Uit onderzoek van het Ponemon Institute blijkt dat het naleven van best practices op het gebied van beveiliging kan helpen de gemiddelde kosten van een datalek met 20% te verlagen en de kans op een datalek met 24% te verkleinen.
Concluderend omvatten de best practices low-code een breed scala aan aanbevelingen die de efficiëntie, kwaliteit, samenwerking en veiligheid in het ontwikkelingsproces bevorderen. Door zich aan deze praktijken te houden, kunnen ontwikkelaars die platforms als AppMaster gebruiken, profiteren van het volledige potentieel van low-code oplossingen, wat resulteert in kosteneffectieve, aanpasbare en schaalbare applicaties die tegemoetkomen aan de behoeften van zowel gebruikers als bedrijven.