MVP (Model-View-Presenter) is een ontwerppatroon dat een gestructureerde benadering biedt voor het bouwen van softwaretoepassingen, met name in de context van backend-ontwikkeling. Het probeert de zorgen van gegevensbeheer (model), gebruikersinterface (view) en applicatielogica (presentator) te scheiden door de applicatie in drie onderling verbonden componenten te verdelen. Deze scheiding van zorgen zorgt ervoor dat elk onderdeel onafhankelijk kan worden ontwikkeld, getest en onderhouden, wat leidt tot beter beheersbare en onderhoudbare code.
In MVP vertegenwoordigt het model de gegevenslaag van de toepassing en is het verantwoordelijk voor het afhandelen van de bedrijfslogica, gegevenstoegang en opslagbewerkingen. Het bevat de belangrijkste gegevensstructuren, de regels voor gegevensmanipulatie en het mechanisme voor het opvragen en bewaren van gegevens. Van het model wordt ook verwacht dat het de presentator op de hoogte stelt van alle gegevenswijzigingen die erin optreden, zodat het algehele systeem up-to-date en gesynchroniseerd blijft. In AppMaster kunnen klanten bijvoorbeeld visueel datamodellen maken (databaseschema) en de bedrijfslogica ontwerpen in de vorm van Business Processen die serverapplicaties genereren op basis van de programmeertaal Go (Golang).
De weergave daarentegen behandelt de gebruikersinterface en de presentatie van de gegevens aan gebruikers. Het houdt zich voornamelijk bezig met het weergeven van de gegevens, het vastleggen van gebruikersinvoer en het reageren op gebruikersinteracties. Door interactie met de weergave kunnen gebruikers verschillende bewerkingen uitvoeren, zoals het systeem opvragen voor specifieke informatie, bestaande gegevens wijzigen of bepaalde uit te voeren acties activeren. Hoewel het de verantwoordelijkheid is van de View om de weergavecomplexiteiten en gebruikersinteracties af te handelen, is het niet verantwoordelijk voor het beheer van de gegevens of de onderliggende applicatielogica. In de context van AppMaster worden webapplicaties gegenereerd met behulp van het Vue3-framework en worden mobiele applicaties gemaakt met behulp van een servergestuurde aanpak op basis van Kotlin en Jetpack Compose voor Android en SwiftUI voor iOS.
De presentator fungeert als intermediair tussen het model en de weergave, orkestreert hun interacties en zorgt ervoor dat ze harmonieus samenwerken. Het is verantwoordelijk voor het verwerken van gebruikersinvoer, het manipuleren van de gegevens in het model en het bijwerken van de weergave om de huidige status van de toepassing weer te geven. De presentator dwingt ook alle bedrijfsregels af die het gedrag van de applicatie bepalen en zorgt ervoor dat het model en de weergave synchroon blijven. In het AppMaster platform kunnen klanten de bedrijfslogica van elk onderdeel in de Web BP (Business Process)-ontwerper ontwerpen, waardoor de applicatie volledig interactief kan zijn. Bovendien kunnen bedrijven hun door AppMaster gegenereerde applicaties in de cloud implementeren, gebruikmakend van hun inherent schaalbare en stateless architectuur.
Door gebruik te maken van het MVP-ontwerppatroon zijn backend-ontwikkelaars beter in staat om de complexiteit van hun applicaties te beheren en hun codebase modulair en onderhoudbaar te houden. De scheiding van zorgen stelt ontwikkelaars in staat om onafhankelijk componenten te bouwen, waardoor het gemakkelijk is om delen van het systeem te vervangen of aan te passen zonder de andere componenten te beïnvloeden. Dit kenmerk is met name handig wanneer applicaties zich moeten aanpassen aan verschillende platforms of omgevingen, omdat het ontwikkelaars in staat stelt de Model- en Presenter-componenten opnieuw te gebruiken terwijl ze alleen platformspecifieke View-componenten hoeven te implementeren.
Het MVP-patroon vergemakkelijkt het efficiënt en effectief testen van applicaties. Aangezien de Model- en Presenter-componenten niet afhankelijk zijn van een specifieke gebruikersinterface-implementatie, kunnen ze afzonderlijk worden getest zonder dat complexe UI-interacties of mockups nodig zijn. Dit maakt het gemakkelijker om bugs op te sporen en te verhelpen, regressietesten uit te voeren en de algehele kwaliteit en stabiliteit van de software te waarborgen.
MVP (Model-View-Presenter) is een algemeen aanvaard ontwerppatroon dat ontwikkelaars helpt bij het bouwen van onderhoudbare, testbare en schaalbare backend-applicaties door de zorgen van databeheer, gebruikersinterface en applicatielogica te scheiden. Het no-code platform van AppMaster maakt gebruik van dit ontwerppatroon om klanten in staat te stellen visueel datamodellen, bedrijfsprocessen en serverapplicaties te creëren, waardoor het ontwikkelingsproces van applicaties aanzienlijk wordt vereenvoudigd. Door vanuit het niets applicaties te genereren en een schaalbare architectuur te gebruiken, is het AppMaster platform ontworpen om een breed scala aan use-cases en industrieën te ondersteunen, van kleine bedrijven tot grote ondernemingen, terwijl technische schulden worden geëlimineerd en de ontwikkelingssnelheid en kostenefficiëntie worden verhoogd.