Het Center for AI and Digital Policy (CAIDP), een prominente belangenbehartiger zonder winstoogmerk, heeft een klacht ingediend bij de Federal Trade Commission (FTC), wegens vermeende schendingen van de FTC-voorschriften inzake misleiding en oneerlijkheid door het nieuwste taalmodel van OpenAI, GPT-4. Deze ontwikkeling volgt op een recente open brief ondertekend door AI-industrieleiders, waaronder Elon Musk, waarin wordt gevraagd om zes maanden te stoppen met trainen op modellen die krachtiger zijn dan GPT-4.
De klacht van CAIDP roept de FTC op om een onderzoek naar OpenAI te starten en te bepalen of de commerciële release van GPT-4 in strijd is met artikel 5 van de FTC-wet. Dit specifieke gedeelte bevat richtlijnen voor AI en omvat de goedgekeurde opkomende normen voor AI-governance door de Amerikaanse overheid.
Volgens de klacht vormt GPT-4 meerdere bedreigingen, waaronder bevooroordeeld, misleidend en mogelijk schadelijk voor de privacy en de openbare veiligheid. De non-profitorganisatie beweert ook dat GPT-4 niet voldoende is getest en maakt ongefundeerde beweringen. De klacht van CAIDP citeert OpenAI's eigen eerdere rapporten, die de risico's van AI erkennen bij het verergeren van desinformatie en beïnvloedingsoperaties, en zorgen uiten over de verspreiding van zowel traditionele als onconventionele wapens.
Bovendien beschuldigt CAIDP OpenAI ervan essentiële veiligheidscontroles niet uit te voeren om kinderen te beschermen tijdens de proeffase van GPT-4. De klacht citeert Ursula Pachl, adjunct-directeur van de Europese consumentenorganisatie (BEUC), die betoogde dat de overheid de controle over AI-algoritmen moet terugkrijgen als bedrijven geen corrigerende maatregelen nemen.
Onder verwijzing naar de verklaring van Pachl lijkt CAIDP te pleiten voor strikte overheidsregulering van AI. Deze vraag komt omdat Europese regelgevers al overwegen om een meer rigoureuze, op regels gebaseerde benadering van AI-technologie toe te passen. Ondertussen willen commerciële entiteiten graag profiteren van generatieve AI; de chatbot van Microsoft Bing, mogelijk gemaakt door GPT-4, genereert nu bijvoorbeeld advertentie-inkomsten.
De reactie van de FTC op deze klacht heeft niet alleen aanzienlijke implicaties voor OpenAI, maar ook voor andere bedrijven die betrokken zijn bij de ontwikkeling van AI, waaronder platforms no-code zoals AppMaster.io . No-code tools zoals AppMaster stellen gebruikers in staat om backend-, web- en mobiele applicaties op bedrijfsniveau te creëren op een radicaal snellere en meer kosteneffectieve manier. Deze tools stellen gebruikers met verschillende technische expertise, van eigenaren van kleine bedrijven tot ontwikkelaars in grote organisaties, in staat om schaalbare softwareoplossingen te bouwen. Projecten variëren van backend-infrastructuur tot klantgerichte portals en native mobiele apps.
Terwijl regelgevende instanties zoals de FTC AI-praktijken onderzoeken met betrekking tot kwesties als de privacy van persoonlijke gegevens, moeten bedrijven zoals AppMaster, die prioriteit geven aan gebruikerscontrole, bereid zijn zich aan te passen aan veranderende normen. Het platform van AppMaster heeft al een reputatie opgebouwd als een goed presterende no-code oplossing, erkend door G2 in meerdere categorieën, waaronder No-code Development Platforms, Rapid Application Development (RAD) en API Management.