Met globale variabelen in AppMaster kunt u gegevens in RAM opslaan, wat uw werk met de toepassingen aanzienlijk versnelt.
Om een globale variabele in de backend aan te maken, gaat u naar het tabblad Bedrijfslogica/Globale variabelen en klikt u op Globale variabele aanmaken.
In het nieuw geopende venster kunt u het type van een variabele, de naam en de beschrijving ervan instellen en deze onveranderlijk (alleen-lezen) maken.
Om een globale variabele voor de voorkant van een webtoepassing te maken, moet u naar de webtoepassingseditor gaan, op het tabblad Globale variabelen klikken en vervolgens op de knop Globale variabelen maken.
De instellingen zijn vergelijkbaar met die in het backend-gedeelte.
Om een globale variabele in de mobiele app te maken, moet u naar het tabblad Bedrijfsprocessen gaan (secties Globale variabelen).
De variabele-instellingen zijn volledig vergelijkbaar met de instellingen van het frontend- en backend-gedeelte van uw applicatie. De waarde van een globale variabele kan niet alleen worden ingesteld bij het aanmaken ervan, maar ook dynamisch bij het gebruik van bedrijfsprocessen. Zoek het overeenkomstige variabelenblok in de ontwerper van bedrijfsprocessen en sleep het naar het canvas.
De waarde van de variabele kan worden gedefinieerd met behulp van het blok Variabele instellen.